Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Alzo kwamen alle [8]oudsten van Israel tot den koning te Hebron; en de koning David maakte [9]een verbond met hen te Hebron, voor het [10]aangezicht des HEEREN; en zij [11]zalfden David tot koning over Israel. 8. Zie Ex.3:16, en vergelijk Lev.4:15, en Lev.9:1. 9. Waardoor zij wederzijds bij ede tot hun schuldige plichten werden verbonden. 10. Dat is, in bijwezen des priesters met den efod bekleed, of, in een statelijke vergadering en rijksdag, met aanroeping van des Heeren naam. Vergelijk Richt.11:11. 11. Dit was Davids derde zalving. Zie boven, hfdst.2 vs.4.